Het kampioenschap: een terugblik

Een ploeg die in een seizoen geen hoge pieken kent, maar ook geen diepe dalen schopt het ver in de competitie. Enzo Stroo omschreef het goed na het behaalde kampioenschap in de derde divisie. ‘Wij zijn een stabiele ploeg.’ Met andere woorden de kampioen van de regelmaat. FC Lisse bleef gedurende het seizoen geloven in de speelwijze. Met de aanval als beste verdediging. En intussen gewoon doorgaan met het inpassen van de aanstormende jeugd. De gunfactor is hoog als het gaat om het behalen van de titel door FC Lisse in de derde divisie. Het streven was het bereiken van de tweede divisie, het niveau waar FC Lisse gezien haar historie en plaats in de voetbalgemeenschap thuis hoort. Dit bereik je met een duidelijke visie. Een visie die ook in de toekomst gericht is op het spelen van voetbal op het hoogste amateurniveau. Met regelmaat dus.

Succes is er niet zo maar. De basis voor het huidige presteren werd al gelegd in het laatste seizoen onder trainer Robbert de Ruiter. FC Lisse verloor de eerste acht wedstrijden, inclusief de voorbereiding, van het seizoen. Keerpunt was de 2-0 zege  bij Barendrecht met voor de eerste keer in de basis architect Tom Noordhoff en het toonbeeld van onverzettelijkheid Jeffrey Perez Stoof. FC Lisse kwam in een flow te zitten, het leek op weg naar de nacompetitie. Corona maakte echter een woest einde aan dit streven.

Trainer Raymond Bronkhorst kwam. Er werd combinatievoetbal gespeeld met als motto: de aanval is de beste verdediging. Het eerste seizoen onder Raymond was ultra kort, maar gaf vertrouwen voor de toekomst. FC Lisse wist de selectie her en der te versterken, tevens het oog houdend op de talenten uit de eigen jeugdopleiding. De voorbereiding op dit seizoen gaf veel vertrouwen en gezonde ambities richting een topklassering in de derde divisie. Een voorbeeld van het sterke FC Lisse-collectief was de winst op De Middelmors tegen Rijnsburgse Boys. De start van dit seizoen was echter dramatisch met twee nederlagen op rij. Bij FC Lisse breekt echter niet snel paniek uit. Dus ook nu niet. FC Lisse kwam slechts onderbroken door af en toe een gelijkspel in de winning mood. De gewenste plek bij de top 5, werd de top 3. Al snel was duidelijk dat FC Lisse samen met Sportlust’46 en Sparta Nijkerk gingen uitmaken wie de titel zou pakken.

 

Corona leek voor de derde keer roet in het eten te gooien. Twee maanden lang werd er niet gevoetbald. Gelukkig kon de competitie hervat worden met onder meer zeven wedstrijden in april. Dit vergde veel van de spelers en de medische begeleiding. FC Lisse liet zich steeds meer gelden als een kampioenskandidaat, al werd dat niet openlijk uitgesproken.

FC Lisse tegen Sparta Nijkerk werd voor een groot deel bepalend voor de latere afloop van de competitie. Sparta nam tien minuten voor tijd op Ter Specke de leiding. De voorsprong van koploper FC Lisse op volger Sparta slonk op dat moment tot een punt. Zoals zo vaak het afgelopen seizoen voelde de FC zich niet verloren en toonde het veerkracht. In een krankzinnige slotfase boog Lis de achterstand van 1-2 om in een 4-2 voorsprong. Het woord kampioen kwam na Sparta Nijkerk thuis wat meer over de lippen. Om de kampioenswoorden pas echt kracht bij te zetten was de uitwedstrijd tegen Sportlust’46 scherprechter. Als het niet met combinatievoetbal gaat, dan maar met vechtvoetbal. FC Lisse kon ook zakelijk en puur op resultaat spelen. FC Lisse won met 2-0 in Woerden en wist dat de titel in zicht was.

FC Lisse pakte de titel voor eigen publiek tegen Staphorst. In 1989 gebeurde dit voor het laatst op Ter Specke tegen Zuidvogels. In de tijd dat de aanstormende jeugd onder meer de namen kenden van de neefjes Leon van der Zwet en Edward van der Putten. Nu zijn het onder andere de neefjes Kevin van der Zwet en Justin van der Putten. Prachtig toch.

Het FC Lisse van nu is het team van kwaliteit, maar ook van vrienden. En vrienden zeggen elkaar de waarheid, maar gunnen elkaar ook het beste. Dit seizoen is er ook een van oma Nel. De oma van Mitchel Bormann. De manier waarop spelers en staf onlangs stil stonden bij de zieke oma Nel, dat is pas echt kampioenswaardig!